Ontbijt: ‘Een klein biertje bij het tweede ontbijt’
Spanjaarden ontbijten heel weinig, of zelfs helemaal niet. Soms drinken ze alleen een espresso. Als ze wel iets eten, is dat pan con tomate, een broodje met olijfolie, geraspte tomaat en wat zout. Soms wordt daar ook jamón (ham) bij gegeten, want dat kan de hele dag door. Ook zijn er churros, deegstengels die gedipt kunnen worden in dikke vloeibare chocolade.
Rond 11.00 uur is het tweede eetmoment. Veel Spanjaarden gaan dan even naar een bar of kantine om een tortilla de patatas (aardappelpannenkoek) of broodje tonijnsalade te bestellen. Spanjaarden drinken een klein biertje. Spanje is niet zo’n theeland, maar vooral koffie.
Lunch: ‘Met name in het binnenland heftige kost’
De belangrijkste en grootste maaltijd is de lunch. Het begint rond 14.00 uur en tot 15.30 uur kun je nog in restaurants aanschuiven. Voor rond de 11 euro kun je een menu del dia (dagmenu) krijgen.
Vooral in het binnenland is er heftige kost. Veel aardappels, olie, hutspot, worst drijvend in het vet. In Asturië wordt bijvoorbeeld bonensoep met drie verschillende soorten worst, waaronder bloedworst, gegeten.
Borrel: ‘Spanjaarden delen alles’
Rond 17.00 uur trekken de Spanjaarden naar de bar voor bier, wijn en tapas. In Spanje zijn tapas totaal iets anders dan bij ons. Daar eten we het als hoofdmaaltijd. In Spanje krijg je bij elk drankje een tapa, die je vervolgens samen deelt. Als je een bord alleen opeet, word je vreemd aangekeken. Spanjaarden delen alles en zien eten als iets wat je samen doet.
Tapas kunnen olijven zijn, kleine broodjes met ansjovis en paprika, minipizza’s, pimientos de padrón (pepertjes met bittere en scherpe zaadjes, red.), noem maar op. Hoe toeristischer het gebied, hoe minder tapas je krijgt. Trek je de volkswijken in, dan krijg je meer. In Baskenland wordt er rond borreltijd pinchos gegeten. Dat zijn prikkertjes met een hapje eraan. De prikkertjes reken je aan het eind af bij de kassa.
Alcohol
Spanjaarden drinken graag alcohol, maar ze gaan er anders mee om dan in België of Nederland. Prettiger, want dronken worden is niet het doel. Ze drinken gedurende de hele dag, maar telkens één of hoogstens twee glazen. Bier is heel gangbaar, maar Spanje is ook echt een wijnland. Denk aan tinto de verano (rode wijn aangelengd met bruiswater of spa). Sangria is meer de toeristendrank.
Diner: ‘Rond 18.00 uur kun je niet dineren in restaurants’
Wie rond 18.00 uur een restaurant binnenloopt om te dineren, komt bedrogen uit. Spanjaarden eten pas heel laat, na negenen. In de restaurants zijn ze dan nog de lunch aan het opruimen. Meestal wordt er een lichte, warme maaltijd gegeten als er bij de lunch al een heel dagmenu is verorberd. Zoals een salade, of brood met jamón. Maar je kunt ook uitgebreider dineren.
Fooi geven
In Spanje verschilt het fooi geven niet veel met Nederland of België . Rond het een beetje af naar boven. Het is niet zo dat de bediening leeft op fooien, het is een extraatje waar men blij mee is.
Ook Spanjaarden die niet veel te besteden hebben, geven toch veel geld uit aan eten. Je merkt aan alles dat er niks belangrijker is. Veel activiteiten zijn aan eten gerelateerd.
Bron: Nu.nl