Wanneer u Oviedo verlaat wandelen u direct in de ongerepte natuur van Asturië. Het groen van Asturië is verbazingwekkend: landelijke, schaduwrijke wandelpaden met een prachtig uitzicht. U passeert talrijke kleine plaatsen, zoals Escamplero, Peñaflor. U wandelt onder het genot van een prachtig uitzicht de stad in. Bergen aan beide zijden van de hoofdweg. U kunt via een Romaanse brug de rivier over en een onverharde pad nemen naar Grado, waar u zult overnachten. Grado is een mooie stad met zeer goed bewaard gebleven indiano architectuur: gebouwen gebouwd door migranten die later naar Amerika zijn getrokken.

De weg naar San Juan de Villapañada was het toneel van een belangrijke slag tijdens de Napoleontische oorlog. Er volgt een steile klim in de Cordillera Cantabrica, waarna we afdalen naar Santa Eulalia de Doriga. Santa Eulalia de Doriga is een semi-geruïneerd klooster dat werd gesticht in 1024 na Christus in Cornellana. U passeert een aantal mooie dorpen met middeleeuwse overblijfselen en kronkelende straatjes. U steekt de rivier de Nonaya over, waar veel op zalm wordt gevist. Uiteindelijk komt u aan in Salas. Salas is een van de beste bewaarde middeleeuwse dorpen in Asturië, met zijn middeleeuwse toren, het paleis van Valdés Salas en de Colegiata de Santa María la Mayor. Ook Indiano architectuur is in ruime mate aanwezig in Salas (gebouwen gebouwd door migranten die later naar Amerika zijn getrokken).

Vanaf Salas klimt u door een regenwoud met geweldige vergezichten en gesitueerd tussen bomen en varens met daarbij het geluid van kabbelende beekjes van de bergketen. Als u wilt kunt u ook de waterval van Nonaya bezoeken. Wat volgt is een vlakke wandeling naar het dorp La Espina. De prachtige molen en tal van kleine dorpjes maken een schilderachtige ansichtkaart.  We overnachten In Tineo.  Vanaf het centrale plein  met het mooie stadhuis is er ook een goed uitzicht over de vallei.

De etappe van vandaag op de Camino Primitivo voert je door wat uitdagender, heuvelachtig terrein. De route voert je door mooie, rustige bossen en door het dorp Vega de Rey. Het laatste deel van het gedeelte van vandaag naar Pola de Allande omvat een scherpe afdaling van 300 meter.

Na Pola de Allande heeft de Camino nog een relatief zware klim van 600 meter in petto voor de pelgrims, dit op weg naar de top van Puerto del Palo. Uw inspanningen worden echter beloond met een prachtig uitzicht op de Cantabrische bergen. Vanaf hier neemt u een afdaling van 250 meter via een pad dat bekend staat als ‘Camino de los Hospitales’. Je passeert een prachtig, rustig bos terwijl je je weg baant naar La Mesa, je stop voor de nacht.

We beginnen de dag met een klim. Het pad stijgt geleidelijk en u kunt een mooie zonsopgang zien. In Buspol kunt u even stilstaan bij een oude kapel met een leien dak. Dan begint de afdaling. U wandelt door een dennenbos en ziet voor de eerste maal de Rio Navia. Dichterbij kunt u ook de dam van Embalse de Salime zien. U kunt de dam oversteken en wandelen naar het dorp Grandas de Salime waar u zult overnachten. Dit dorp was beroemd om zijn goudwinning. In dit slaapstadje hebben ze een mooi Etnografisch museum.

U wandelt door het schattige kleine dorpje Castro. Daarna begint de klim naar El Acebo. Het is een steile klim naar de bergtop vanaf waar we de windmolens zien draaien. Het uitzicht is goddelijk. Hier neemt u afscheid van Asturië en kunt u verder wandelen  in de provincie van Galicië. Het teken dat staat voor de Camino (de schelp) is van richting veranderd: het is nu gemarkeerd door de open zijde van de schelp, in tegenstelling tot de Asturische borden, welke uitgingen van de dichte zijde. U kunt nu verder klimmen naar Fonsagrada waar u de nacht zal doorbrengen.

U passeert het kleine gehucht Padrón met uitzicht op de omliggende bergen en vervolgen de tocht op een bosweg met allemaal dennen. Op de top van de berg bevind zich Montouto; een voormalige pelgrim ziekenhuis opgericht in 1390 door Pedro I, de Wrede. Nu volgt er een steile klim naar A Lastra; voorheen eigendom van de Ridders van St John. U trekt voorbij aan het aantrekkelijke stadje Fontaniera en dan bereikt u O Cádavo Baleira. Dit stadje is de hoofdstad van de gemeente Baleira.

U begint met een klim naar de top van de A Vaqueriza. Vandaar kunt u de A Terra Cha, een plateau in de provincie Lugo, zien. Deze regio is een van de belangrijkste melkproducerende gebieden van Europa. U daalt af naar Vilabade en komt aan in de gemeente Castroverde. Hier kunt u de gotische kerk van Santa María bezoeken, een nationaal monument. De wandeling gaat nu richting San Miguel do Camiño. Na het oversteken van de rivier de Chamoso tot Souto de Torres komt u in Vilar de Cas en A Pallota. U wandelt nog door een aantal slaapdorpjes.

Langs de route naar de stad Lugo bevinden zich fonteinen, stenen muren, akkers, traditionele huizen en bossen. U bereikt de oudste stad van Galicië; Lugo of Lugo Augusti. Deze stad werd gesticht in 14 voor Chr onder het bewind van keizer Augustus.  De stad wordt omringd door ’s werelds langste (2 km) en hoogste (8.5 m) overgebleven Romeinse muren met 85 ronde torens. Een wandeling via de muur geeft u een impressie van de omvang daarvan en van de stad.
De muur staat sinds 2000 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. U gaat door de poort van San Pedro de stad in. Vervolgens komt u aan op het prachtige en gastvrije Praza Maior. Hier bevindt zich ook de indrukwekkende kathedraal van Santa Maria. Overigens heeft de Romeinse muur in Lugo een binding met de Grote Muur van China sinds 2007. *het merendeel van de tocht is bergafwaarts en lijkt dus zwaarder.

De Camino verlaat Lugo bij de kathedraal en door de oudste poort van de stadsmuur, Porta Miñá genaamd (verwijzend naar de Miño-rivier). Vanaf hier loop je naar de wijk San Lázaro en steek je de oude Romeinse brug over. Na een paar kilometer passeer je een nationaal monument en museum genaamd Santa Eulalia de Bóveda, met enkele van de meest fascinerende vroeg-middeleeuwse schilderijen van het hele Iberische schiereiland. Het pad gaat door boerderijen en bossen naar San Román da Retorta.

De Camino Original volgt de oude paden die nog steeds erg in gebruik zijn en verbindt vele kleine plattelandsdorpen en gehuchten in de omgeving, zoals Seixalvo, Xende, Ferreira en Merlán. De route gaat verder door Toques en naar de historische stad Melide in de provincie A Coruña. Dit is waar de Camino Original samenkomt met de Camino Francés. Je zult merken dat het aantal pelgrims vanaf nu veel hoger zal zijn. Maak van de gelegenheid gebruik om ‘pulpo’ (octopus) te proeven in een van de vele ‘pulperías’ (octopusrestaurants) in de stad.

We volgen bospaden, steken vele mooie beekjes en weiden en wandelen langs het dorp Boente waar je de Santiago-kerk zult zien. Je passeert het pittoreske dorpje Ribadiso wandelt langs Arzúa. Arzúa ligt in het hart van het melkland, zorg ervoor dat je wat van de lokale kaas probeert. Een bezoek waard de kerk van Santa María en de kerk van A Magdalena in de stad. We komen aan in onze bestemming van vandaag: Pedrouzo.

Dit is de laatste wandeldag van je Camino-reis naar Santiago de Compostela! Vanaf Pedrouzo brengt de route je naar Amenal en verder naar Lavacolla. De naam Lavacolla komt van het feit dat pelgrims zich hier in de rivier wasten voordat ze Santiago bereikten. Het pad naar Monte do Gozo of ‘Mount of Joy’ staat vol met altijd aanwezige eucalyptusbomen. De heuvel zelf is bedekt met een enorme sculptuur die het bezoek van Johannes Paulus II aan Santiago herdenkt. Vanaf hier daalt de Camino af naar Santiago de Compostela. Je komt Santiago binnen via de bruisende Rúa de San Pedro en de oude stad in bij Porta do Camiño.

U bent aangekomen in Santiago de Compostela! Na een bezoek aan de kathedraal en even bij te komen van je wandeling, neem je de tijd om dit juweeltje van een stad te verkennen, klein maar levendig. De door UNESCO beschermde oude stad van Santiago zal u betoveren.

¡Buen Camino!