De Santiago taart is het meest traditionele nagerechten uit Galicië. De “Tarta de Santiago” kom je tegen op bijna elke menukaart in de regio.
Deze taart is vernoemd naar de Apostel St. Jacobus, de patroonheilige van Spanje.

Over de oorsprong is niet zóveel bekend. Maar men vermoedt dat deze in de Middeleeuwen ligt. In deze periode werden amandelen in Galicië nog nauwelijks gegeten, omdat de gewone man ze simpelweg niet kon betalen. Dus waren de noten alleen voorbehouden aan de rijkere klasse. Men beschreef de cake voor het eerst in 1577, toen hij geserveerd werd aan Bisschop Pedro de Porto Carrero, tijdens z’n bezoek aan de universiteit van Santiago.

Het originele recept bevat geen meel, en is daardoor ook prima geschikt wanneer je een glutenvrij dieet hebt. De bovenkant wordt na het bakken versierd met poedersuiker waarin het “cruz de Santiago” verwerkt is. Je eet de taart het beste in combinatie met een café cortado of met een glaasje zoete Moscatel wijn.

Ingrediënten:
200 gram gemalen amandelen of amandelmeel
200 gram basterdsuiker
4 eieren
1 citroen
Boter
Poedersuiker

Hulpmiddelen:
Een kartonnen vorm (traditioneel een Santiagokruis).
Bakblik
Mixer
Zeef

Voorbereiding:
Een citroen raspen en de eieren loskloppen met een vork.
Bereidingswijze:
De citroenschil, suiker en eieren samenvoegen. Goed kloppen zodat het wat luchtig wordt. Daarna het amandelmeel langzaam toevoegen en minstens 10 minuten kloppen met een mixer.
Stort het mengsel in een ingevet bakblik. Bak de taart in 30 minuten af in een voorverwarmde oven van 200 graden.
Als de taart uit de oven komt even laten afkoelen.
Plaats je kartonnen vorm op de taart en besprenkel met poedersuiker. Dit gaat het handigst met een zeef.

¡Buen provecho!

Santiago taart